12 September, 2017

Reisblog: Candidasa priesters

Deze dag begon met een bezoek aan een priester-smid, die zelf keris pusaka smeedt. Hij heeft geen collectie voor losse verkoop, want hij maakt die voorwerpen alleen in opdracht als hij een goed gevoel heeft bij de client. In zijn visie is een keris niet alleen maar voor magie, status; het is vooral voor de ontwikkeling van de ziel. Een keris die qua karakter niet past bij de eigenaar, geeft problemen. Omdat de smid de keris met intentie bezielt, voelt hij zich ermee verbonden en verantwoordelijk voor, als de nieuwe eigenaar er niet goed mee om gaat heeft de smid er ook last van. Daarom maakt hij niet zomaar een keris voor iemand. Van wat hij liet zien aan krissen die hij heeft gemaakt, was ik onder de indruk van de kwaliteit, beduidend hoger dan de eerste smid die ik heb gezien. Ook zijn smidse is van betere kwaliteit, in tegenstelling tot de eerste smid is hier boven het vuur een schoorsteen waardoor het vuur heter kan worden en de rook goed wordt afgevoerd, dat was dus in het geval van de eerste smid absoluut niet het geval! We hadden een lang gesprek over mijn reden om een keris te zoeken: als middel om mijn contact met de voorouders te bekrachtigen. In zijn visie is de innerlijke afstemming belangrijker dan het voorwerp, en als het de bedoeling is dat ik een keris heb, dan komt het naar me toe. Ik ben onder de indruk van deze priester-smid. Als ik weer in Bali ben kan ik een afspraak maken, en anders hoop ik hem te zien als hij naar Nederland komt voor een bijeenkomst van krissen-specialisten. Na dit gesprek had ik ook geen enkele behoefte om verder te zoeken, en zeker niet om terug te gaan naar de eerste smid of om naar de krissen-winkel te gaan. Ik ben heel blij met deze uitwisseling! In Lempuyang twee verschillende tempels bezocht: Bij de eerste voelde ik me niet welkom, de priesteres was weinig toeschietelijk; van mijn gids begreep ik later dat ze nogal strak was in de leer wat betreft het uitvoeren van rituelen. We zijn nog wel in de oude Tempel geweest, maar hier kon ik geen verbinding voelen. De tweede was een wereld van verschil: We werden heel gastvrij ontvangen door de priester, die eerst uitgebreid vertelde over het ontstaan van deze Tempel: Destijds had Soekarno een gelofte gedaan aan Nyai Loro Kidul, de Godin van de Zuidzee, dat hij een aantal hotels zou bouwen met een speciale kamer voor haar gereserveerd. Vanwege de omwentelingen in 1966, was dit bij het laatste hotel niet gelukt. De priester kreeg de ingeving om voor deze Godin midden in de bergen een nieuwe Tempel op te richten. Volgens hem is Guanyin een andere manifestatie van deze Godin; dat kan ik wel invoelen: Guanyin manifesteert zich ook als een Godin die een draak berijdt in de oceaan. Gedurende mijn verblijf te Bali heb ik de Vrouwe van de Wateren in verschillende tempels in diverse manifestaties gezien: Vrouwe van het Meer, GuanYin, Vrouwe van de Zee. Op weg naar haar Tempel werden we overvallen door een regenbui, dat voelde aan als een zuiveringsbad, een welkomstgebaar van de Vrouwe van de Wateren. Op mijn verzoek voerde de priester een ritueel uit, om mijn band met dit land, de voorouders en de spirits te bekrachtigen. Na een aantal gebeden, offers en meditaties, vroeg hij me om met gesloten ogen een Javaanse Dans te doen. Hoewel ik dat nooit heb gedaan, was ik op dit moment in een lichte trance, waardoor er iets door me heen kon gaan. Hij sloot af met zuiveringen en zegeningen. Ik ben dankbaar voor de gelegenheid die me deze keer werd gebeden!